Biografie van & knipsels over het afscheid van directeur/rector J. Broekhuysen

Biografie van Dr. Johan Broekhuysen (1911-1997)

Johan (roepnaam Joop) Broekhuysen zag te Doetinchem het levenslicht en wel op 8 januari 1911. Hij groeide op als oudste zoon van Willem Nicolaas Broekhuysen -directeur van de kweekschool aldaar- en Coenrada Jacoba Beusekamp. Ook grootvader Johannes Broekhuysen was 'hoofd ener school'... Joop Broekhuysen volgde na de lagere school een gymnasium-A opleiding en ging vervolgens Duits studeren aan de rooms-katholieke (!) universiteit van Nijmegen. Hij gaf een jaar les op een particuliere meisjesschool in Arnhem, maar bleef solliciteren naar een volledige baan als leraar Duits. Dat lukte in 1937. Hij werd leraar aan de HBS in Coevorden. Daar gaf hij o.a. les aan de vrouw waarmee (zijn latere rechterhand) Jan Bierling trouwde!

Enkele jaren na WO II (1950) werd hij leraar aan het Marnix van Sint Aldegonde Lyceum in Haarlem. 'En passant' promoveerde hij datzelfde jaar -aan de Rijksuniversiteit van Utrecht- en wel op een studie over het dialect in Zelhem (Graafschap Zutphen).
'Via het taalgebruik heeft hij o.a. aangetoond, dat het dorp Zelhem op een scheidslijn van de Saksische- en Frankische gebieden ligt. Ten oosten van Zelhem spreekt men van "hoes" en "breur" en ten westen van Zelhem wordt "huus" en "bruur" gezegd.'
In de inleiding van zijn boek schreef hij:

"Zoals de doeken der schilders getuigen van Zelhems natuurschoon, zo geven ook de schetsen der dialectschrijvers een beeld van de eenvoud, de gemoedelijke humor en bovenal van de gulheid der dorpelingen. De oude plichten der gastvrijheid zijn hier nog evenzeer traditie als verschillende andere oude gebruiken, die er nog in ere worden gehouden.Maar aan de andere kant leeft men in Zelhem niet uitsluitend bij het verleden, neen, in dit dorp leeft eveneens een bedachtzaam, maar doelbewust streven naar verbetering, vernieuwing en verhoging van het welvaartspeil. Zo vinden we in dit vooruitstrevende boerendorp in de Graafschap een bevolking, die leeft dicht bij de natuur, met een stille eerbied voor het goede en schone van het verleden, met een juis begrip voor het heden, maar tevens met een open oog voor de mogelijkheden der toekomst".
(met dank aan de redactie van www.zelhem.org voor de foto en de cursieve teksten)

In zijn Haarlemse/IJmuidense tijd schreef hij vervolgens lesboeken voor zijn vak. Aanvankelijk tezamen met G.J. Dieperink en J.J. Loopstra. Van hen verscheen in 1957 "Freie Fahrt": nieuwe cursus Duits en in 1962 "Beknopte cursus Duits." Op persoonlijke titel verscheen "Schema's bij de Duitse spraakkunst", dat in 1978 de tiende druk haalde.

Aan het Marnix promoveerde Joop Broekhuysen ook. Tot conrector. In die hoedanigheid werd hij hoofd van de dependance die in 1958 in IJmuiden werd geopend. Toen die dependance per 01-01-1961 een zelfstandige HBS werd, was Broekhuysen de 'logische kandidaat' voor het directeurschap van de "Prins Bernhard HBS". Hij werd als zodanig benoemd, maar gaf ook nog Duits aan 2e klassen en hoger op het Marnix in Haarlem. Tot de zomervakantie van 1961 vertrok hij daarom elke schooldag om circa 11.00 uur naar Haarlem-Noord. Leraar Bierling -die bevoegdheden had voor Nederlands en geschiedenis- was de enige leraar die dagelijks aanwezig was op de nieuwe school. Broekhuysen gaf hem een sleutel en vroeg hem alle gebeurtenissen tijdens zijn afwezigheid te melden, als hij terugkwam. Geen wonder dan ook, dat toen een onderdirecteur benoemd mocht worden, Bierling daarvoor gevraagd werd.

In december 1963 werd Broekhuysen getroffen door een hartinfarct. Dusdanig zwaar, dat herstel tot september 1964 duurde. Jan Bierling nam al die maanden waar als directeur en Eit Algra nam de plaats in van onderdirecteur. Hoewel Broekhuysen terugkeerde, moest hij zich erg in acht nemen. Elke dag rusten was voorgeschreven en dus kon hij zijn werk niet als gewenst voortzetten. Dat bleef zo tot hij in de loop van 1969 werd afgekeurd en met ziekteverlof ging. Bierling bleef zijn waarnemer. Per 1 april 1970 werd de laatste officieel als directeur benoemd en enkele weken later werd afscheid genomen van Broekhuysen, die met pensioen ging (zie knipsels hieronder).

Het echtpaar Broekhuysen kreeg twee zonen. De oudste trad in de voetsporen van zijn vader, d.w.z. hij studeerde ook Duits en werd leraar. Een jaar na het afscheid van zijn vader trad hij in dienst van "diens" school, inmiddels van de naam Ichthus College voorzien. De jongste zoon werd in zijn tienerjaren ernstig ziek. Het moge duidelijk zijn, dat de zorg om hem een zwaar stempel heeft gedrukt op het gezin.

Over de persoon Broekhuysen is elders op de site -in verscheidene rubrieken- al het nodige te lezen. Toch past het hier de omschrijving van Jan Bierling te plaatsen (periode 1958-1970). "Vanaf het begin was er een goede verstandhouding, ondanks een groot leeftijdsverschil met velen. Hij was de ervaren en geroutineerde leraar, bekwaam in het vak, nogal veeleisend en soms -aldus leerlingen- wat droog. Een bescheiden man die zichzelf niet op de voorgrond plaatste, vriendelijk in de omgang, maar ook iemand die goed wist wat hij wilde. Trouw in zijn werk, rustig en bedaard, zonder enige vorm van poeha. Wij konden het samen goed vinden en hij luisterde doorgaans oplettend naar wat ik te berde bracht. Hij gaf graag vertrouwen aan zijn collega's en mede daardoor ontstond er bij het docentencorps een sfeer van bereidwilligheid om te helpen bij de opbouw van de school. Een ieder was bereid zonodig iets extra's te doen."

Broekhuysen was een groot kenner van de Duitse kunst en cultuur én liefhebber van klassieke muziek.

Van de periode na zijn afscheid tot zijn dood in 1997 is (nog) niets bekend.

NB: op de website is de familienaam als Broekhuysen gespeld, omdat die op alle stukken uit de PB-periode zo werd gebruikt. In overheidsarchieven en op de bedankbrief hieronder werd echter Broekhuijsen aangetroffen.

(tekst J.H. Bierling en Beja Peijpers)

Uit: IJmuider Courant, mei 1970.

 

Voorblad programma 'Afscheidscabaret'.

 

    (H.J.? J.H. Bierling)         Uit: 'Dagblad Kennemerland', 16-05-1970.

 

Uit: 'de Kennemer', 20-05-1970.


 

(met dank aan Sytske Visscher en Dick van den Brink voor de knipsels)

 

Home